Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [34]Arglistig is het [35]hart, meer dan [36]enig ding, ja, [37]dodelijk is het, wie zal het kennen? 34. Of, tukachtig, bedriegelijk, achterhoudend, genegen tot overtreding. Het Hebreeuwse woord akob is hetzelfde, waarvan de patriarch Jakob zijnen naam gekregen heeft, omdat hij zijnen broeder in de geboorte bij den hiel had; maar dat het ook de betekenis heeft van list, lage, bedrog, tukken, ondertreding, enz., blijkt niet alleen hier, maar ook boven hfdst.9 vs.4; Gen.27:36; Joz.8:13; 2 Kon.10:19. 35. Van den mens na den val, zolang het door den geest der wedergeboorte niet is vernieuwd; en zo boos van harte waren de huichelaars en afvallige Joden, die van God afweken en op Hem niet vertrouwden, hoewel zij het niet wilden weten, maar zichzelven in hunne boosheid liefkoosden en de bestraffing der profeten verachtten, waarover God verklaart hun richter te zullen zijn, in vs.10. 36. Of, bovenal. 37. Ten dode strekkende, waar de dood aan vast is, ongeneeslijk, vertwijfeld boos. Van het Hebreeuws woord heeft de mens den naam van Enos, betekenende zijn sterflijken of ellendigen staat, in welken hij door de zonde gevallen is.